REGLEMENT KLACHT- EN TUCHTRECHT
Federatie
Vaktherapeutische Beroepen (FVB)
Dit reglement omvat
de uitwerking van het gestelde in art. 8 van het Huishoudelijk Reglement van de
FVB en voldoet aan de bepalingen van de Wet Klachtrecht cli‘nten zorgsector.
Art. 1
De klacht- en
tuchtcommissie is belast met de behandeling van klachten inzake de naleving van
de Beroepscode of daarmee gelijk te stellen normen door leden van bij de FVB
aangesloten beroepsverenigingen. De klacht- en tuchtcommissie maakt jaarlijks
een verslag van haar geanonimiseerde bevindingen ten behoeve van het bestuur
van de FVB en de aangesloten verenigingen die van de onderhavige regeling
gebruik maken.
Art. 2
Op grond van de in
art. 1 genoemde taak, beoordeelt de klacht- en tuchtcommissie de bij haar
ingediende klachten, en legt slechts disciplinaire maatregelen op aan of
adviseert daarover bindend ten aanzien van die leden van bij de FVB aangesloten
beroepsverenigingen, die zich strijdig met de beroepscode of daarmee gelijk te
stellen normen hebben gedragen.
Art. 3.1
De klacht- en
tuchtcommissie bestaat uit tenminste twee maal zoveel leden als bij de FVB
aangesloten en van de onderhavige regeling gebruik makende verenigingen. Elke
vereniging benoemt – uit de eigen geregistreerde leden – ten minste
2 leden tijdens de Algemene Ledenvergadering. Leden van de commissie kunnen
noch deel uitmaken van het bestuur van de FVB, nog van het bestuur van een van
de aangesloten verenigingen.
Art 3.2
Het bestuur van de
FVB benoemt de voorzitter: een jurist, die geen lid is van een van de bij de
FVB aangesloten verenigingen.
Art. 3.3
De door de
verenigingen benoemde leden van de klacht- en tuchtcommissie worden benoemd
voor de duur van 5 jaren en zijn eenmalig direct herkiesbaar.
Art. 3.3
Het bestuur van de
FVB benoemt een ambtelijk secretaris, die geen lid is van een van de bij de FVB
aangesloten verenigingen. Deze is verantwoordelijk voor een goede
dossiervorming en zorgvuldig beheer tijdens en na de klachtenprocedure.
Art. 4.1
De in art. 1
bedoelde klachten kunnen door een ieder worden ingediend die rechtstreeks betrokken
is bij de gegeven behandeling.
Art. 4.2
Klachten dienen
schriftelijk te worden ingediend bij de ambtelijk secretaris van de klacht- en
tuchtcommissie. De klacht dient te bevatten: naam en adres van de klager en de
beklaagde en de aard van de klacht en plaats en tijdstip van het gebeurde.
Indien de klager
klachtgerechtigd is, maar de klacht niet voldoet aan de vereisten, zendt de
secretaris de klacht terug naar de klager met het verzoek het klaagschrift
binnen een redelijke termijn te verbeteren of aan te vullen.
Art. 4.3
De klacht wordt
niet-ontvankelijk verklaard, indien de voorzitter, in overleg met de
secretaris, vaststelt dat de klager niet klachtgerechtigd is, of niet naar
behoren heeft voldaan aan de in het vorige lid bedoelde verzoek, of eerder
eenzelfde klacht betreffende dezelfde gebeurtenis heeft ingediend tegen
dezelfde beklaagde.
De voorzitter kan
om andere dringende redenen bepalen dat de klacht niet in behandeling kan
worden genomen. De beslissing tot niet-ontvankelijkheid van de klacht wordt
schriftelijk en met redenen omkleed aan klager meegedeeld, met afschrift aan
beklaagde. De commissie kan een klacht zonder nader onderzoek afwijzen als
kennelijk ongegrond, indien zij vaststelt dat de klacht kennelijk ongegrond of
van onvoldoende gewicht is.
Art. 5.1
De ambtelijk
secretaris van de klacht- en tuchtcommissie stuurt klager een
ontvangstbevestiging van de klacht met, indien nodig, een te ondertekenen
machtiging, waarin toestemming wordt gegeven informatie in te winnen bij de
beklaagde en elders.
Art. 5.2
Na ontvangst van de
door klager ondertekende machtiging, wordt beklaagde schriftelijk verzocht
binnen 2 weken schriftelijk te reageren op de klacht. Daarbij wordt de
beklaagde ge•nformeerd over de te volgen procedure.
Art. 5.3
Na ontvangst van de
klacht worden door de voorzitter en ambtelijk secretaris uit de leden van de
klacht- en tuchtcommissie 2 leden gekozen, waarvan tenminste 1 lid is van
dezelfde vereniging als de beklaagde. Deze 2 leden worden verzocht, samen met
de voorzitter, zitting te nemen in de commissie die de ontvangen klacht in
behandeling zal nemen.
Leden van de
klacht- en tuchtcommissie dienen zich van de behandeling te onthouden, indien
zij met de beklaagde een persoonlijke relatie onderhouden of hebben onderhouden
of indien er, naar het oordeel van de klacht- en tuchtcommissie op andere
gronden onverenigbaarheid bestaat. Een klacht tegen of ingediend door een lid
van de klacht- en tuchtcommissie leidt tot een dergelijke onverenigbaarheid. De
betreffende vereniging wordt door de ambtelijk secretaris gevraagd een
vervangend lid te benoemen.
Art. 5.4
Op verzoek van
klager of beklaagde, of ambtshalve, kan de klacht- en tuchtcommissie inlichtingen
inwinnen. Zij kan hiervoor getuigen of deskundigen horen. Deze getuigen of
deskundigen kunnen zich verschonen indien zij privˇ of anderszins een
persoonlijke relatie met klager of beklaagde onderhouden of hebben onderhouden,
of indien naar het oordeel van de commissie op andere gronden aanleiding tot
verschoning bestaat.
Art. 5.5
Indien de
commissie, op basis van ingekomen stukken, van oordeel is dat de klacht
mondelinge behandeling behoeft, of indien klager of beklaagde de wens daartoe
te kennen geeft, roept de voorzitter partijen op te verschijnen om naar
aanleiding van de klacht te worden gehoord. Het verslag van de zitting wordt in
de uitspraak verwerkt.
Klager en beklaagde
kunnen zich, op eigen kosten, ter zitting door een derde laten bijstaan.
Art. 5.6
De zittingen van de
commissie zijn niet openbaar. De leden van de commissie en de ambtelijk
secretaris zijn gehouden tot geheimhouding van de klachten, die hen onder ogen
zijn gekomen.
De op de
behandeling van de klacht betrekking hebbende stukken zijn vertrouwelijk en
uitsluitend ter inzage van partijen, de leden van de commissie en de ambtelijk
secretaris.
Termijnen
Art. 6
De commissie zorgt
ervoor dat zij de klacht binnen een redelijke termijn in behandeling neemt en
tot een uitspraak komt. In ieder geval zorgt de commissie ervoor dat zij binnen
6 maanden na ontvangst van de klacht uitspraak doet. Deze termijn kan op grond
van de complexiteit van de klacht, of op grond van andere omstandigheden,
eenmaal worden verlengd met 3 maanden.
In geval van een
spoedeisende klacht verkort de commissie de termijnen en tracht zij zo spoedig
mogelijk uitspraak te doen.
Art. 7.1
Nadat de klacht- en
tuchtcommissie haar onderzoek heeft afgerond, doet zij binnen zes weken
uitspraak. Deze termijn kan eenmaal met ten hoogste zes weken worden verlengd.
Partijen worden van de verlenging schriftelijk op de hoogte gesteld.
Art. 7.2
De klacht- en tuchtcommissie kan de klacht
niet ontvankelijk, niet gegrond, gedeeltelijk gegrond of gegrond verklaren. De
commissie omkleedt de uitspraak met redenen.
Indien de klacht
(gedeeltelijk) gegrond wordt verklaard, dan is de commissie bevoegd de volgende
uitspraken te doen:
-
geen
sanctie,
-
een
waarschuwing,
-
een
berisping,
-
een bindend
advies aan het bestuur van de vereniging waarvan de beklaagde lid is om over te
gaan tot:
Tegen het besluit
van het bestuur kan de beklaagde in beroep bij de ALV van de vereniging waarvan
hij lid is.
Art. 7.3
De ambtelijk
secretaris deelt de uitspraak per aangetekend schrijven mede aan klager,
beklaagde en aan het bestuur van de aangesloten vereniging waarvan de beklaagde
lid is.
Art. 7.4
Een tweede
waarschuwing, binnen 5 jaar na de eerste uitspraak, wordt automatisch een
berisping, een tweede berisping wordt automatisch een schorsing, en een tweede
schorsing of een tweede voorwaardelijke ontzetting wordt automatisch
definitieve ontzetting.
Ontzetting uit het
lidmaatschap wordt gepubliceerd in het Tijdschrift voor vaktherapie.